Veel migrantenzenders in Rotterdam dreigen van de kabel te verdwijnen. Tienduizenden Rotterdammers maken voor hun informatievoorziening gebruik van deze omroepen, Volgens woordvoerder Brahim Bourzik van de Samenwerkende Rotterdamse Allochtone Media, waarin vijf verschillende zenders zich hebben verenigd, is de situatie nijpend. “We zitten allemaal diep in de schulden, omdat we alles zelf moeten financieren”, zegt hij in het AD.
Onlangs verdween de commerciële Hindostaanse radiozender Amor al van de kabel. Het station is nog wel in de ether te horen. De problemen zijn volgens de migrantenzenders ontstaan toen het vorige college op 1 juli 2006 de subsidiekraan dichtdraaide. Het toenmalig gemeentebestuur was fel tegen voorlichting in de eigen taal.
Sommige radiozenders besloten zelfstandig verder te gaan. Maar dat blijkt moeilijker dan gedacht. Commerciële adverteerders blijven weg omdat de zenders alleen op kabel uitzenden en het bereik minder groot is dan op de ether. “En gemeentelijke diensten willen wel adverteren, maar doen dat niet omdat het gemeentelijk beleid geen voorlichting in de eigen taal toestaat”, legt Bourzik uit.
Maar uit COS-onderzoek blijkt volgens hem dat ruim 50.000 Rotterdammers niet bereikt worden via de Nederlandse informatiekanalen. “En dat is niet iets dat snel zal veranderen, gelooft Bourzik. “Je ziet het overal in de wereld, ook bij Nederlanders in Canada en Australië. Hoe ouder mensen worden, hoe meer ze terugvallen in de eigen taal.
Wethouder Kaya beloofde volgens hem eind maart met iets te komen, maar tot op heden hebben de zenders niets meer van hem gehoord. “Als het zo doorgaat, moet je gewoon stoppen. We zitten nu gemeentelijke voorlichting te geven uit eigen zak, zegt Bourzik.
Wethouder Kaya wijst erop dat alle lokale zenders die via de Stichting Lokale Omroep Rotterdam (SLOR) uitzenden al eigenlijk verkapt worden gesubsidieerd omdat er veel lagere tarieven worden gehanteerd.
Op dit moment wordt volgens hem nagedacht over mogelijkheden om migrantenzenders in te zetten voor de doelen van het Stadsburgerschap. “Daarbij zijn allerlei constructies te bedenken. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan het inkopen van tijd en programmas. Het zogeheten inkoopmodel.
Kaya komt volgende week met een voorstel om die mogelijkheid te onderzoeken.