De regionale publieke omroepen willen in de komende vijf jaar het aanbod uitbreiden op radio, televisie, internet en nieuwe platforms. Met dit voornemen nemen de regionale omroepen een advies over uit het rapport ‘De toekomst van de regionale omroep’ van prof. dr. Paul Rutten. Hij bepleit dat regionale omroepen een grotere rol moeten krijgen in het uitvoeren van publieke omroeptaken. Dit besef dient ook tot de politiek door te dringen.
Volgens de omroepen staan zij dichter bij luisteraars en kijkers dan landelijke omroepen. Onomstotelijk staat vast dat de disbalans waarvan nu sprake is, niet langer strookt met de mogelijkheden om publieke taken bij de regionale publieke omroep te leggen, schrijft Rutten in zijn rapport. Door het verdwijnen van dagbladen in de regio, groeit bovendien het belang van de omroepen om journalistieke pluriformiteit in de regio te garanderen.
De regionale omroepen gaan het aantal camerajournalisten (camjos) uitbreiden. Bij de dertien regionale omroepen zijn op dit moment enkele tientallen camjos actief. De omroepen willen nog meer onderscheidend regionaal nieuws brengen dat dicht bij de burger staat. De omroepen gaan de opleiding van camjos gezamenlijk oppakken, met een structureel opleidingsprogramma van ROOS. Twee keer per jaar zal de Camjo Academie journalisten gaan trainen.
De omroepen willen ook een groter beroep doen op fondsen en overheid om meer programmas en een grotere kwaliteit te kunnen leveren. Zo pleiten de omroepen voor een grotere toegang tot het Stimuleringsfonds Culturele Omroepproducties.
ROOS, de koepelorganisatie van regionale omroepen, zal met de politiek zowel op landelijk als provinciaal niveau het gesprek aangaan over een grotere rol van de regionale omroepen in het publieke bestel. Bij de dertien regionale omroepen werken in totaal ruim 1500 mensen.