De voorzieningenrechter heeft de uitgebreidde motivering gegeven voor zijn beslissing om de overheid niet te dwingen om stations die buiten de boot zijn gevallen bij de frequentieverdeling alsnog een plaatsje in de ether te geven. Dat hadden Radio 10 FM, Radio Nationaal, NRG en Arrow Classic Rock Radio B.V in de zitting op 25 juni aan de rechter in Rotterdam gevraagd. Op 3 juli liet de rechter al weten dat de eis van de stations ongegrond was.
De rechter vindt dat de Staatssecretaris van Economische Zaken bij de verdeling van de frequenties een grote mate van beleids- en beoordelingsvrijheid toekomt, die ook een rol speelt bij de verdere concretisering van de door het kabinet gekozen uitgangspunten in onder andere de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003. Daarnaast vindt hij dat de onafhankelijke commissie onder voorzitterschap van prof. dr. H. Franken op correcte wijze de plannen van de radiostations heeft bekeken en beoordeeld. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook niet ten onrechte op 26 mei 2003 besloten aan Sky Radio (Radio 103), ID&T Radio en Holland FM (HMG)vergunningen voor commerciële radiofrequenties te verlenen voor respectievelijk de kavels A2, A5 en A9.
Voor wat betreft het (vooralsnog) onverdeeld laten van onder meer kavel A8 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat in het geval de aanvragers geen optimaal gebruik maken van de mogelijkheid die de systematiek van de vergelijkende toets biedt, dit voor het risico van verzoekers dient te worden gelaten. Bovendien heeft de voorzieningenrechter daarbij gewezen op de brief van de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 17 juni 2003, gericht aan de Tweede Kamer, waaruit volgt dat de alsnog overgebleven frequenties uiterlijk in het najaar 2003 worden verdeeld.