Het zag er een paar jaar gelden zo eenvoudig uit. De radiofrequenties zouden worden geveil. Toch gaf het kabinet afgelopen vrijdag de pogingen op om de commerciële frequenties op die manier te verkopen.
Toen het nog eenvoudig leek, zat Pvda-mediawoordvoerster Marjet van Zuijlen in de Kamer. Maar zij ging het bedrijfsleven in en werd opgevolgd door Marja Wagenaar, wat het begin van de moeilijkheden inluidde. Wagenaar ontpopte zich tot een verklaard tegenstandster van een veiling, waarna het meningsverschil ontstond tussen enerzijds de Tweede Kamer en anderzijds de staatssecretarissen Monique de Vries (Verkeer) en Rick van der Ploeg (Cultuur).
Wat het kabinet ook probeerde, het slaagde er niet in de veiling erdoor te drukken. Daarbij heeft vooral De Vries het op het randje van het toelaatbare geopereerd. Ze zette de Kamer onder druk om haast te maken en gebruikte argumenten die later onjuist bleken. Ze dreigde met een gat in de ether als de Tweede Kamer lang zou dralen. Door Europese harmonisatie zou Nederland frequenties kwijtraken als ze niet tijdig waren verdeeld. Dit bleek niet waar.
Ook de juridische argumenten waarmee zij de Kamer wilde afhouden van een beauty contest – een soort wedstrijd waarbij een commissie beoordeelt welk station wordt toegelaten en welke niet – hielden geen stand na een hoorzitting in de Tweede Kamer.
Even dreigde eind vorig jaar een harde botsing tussen de Tweede Kamer en staatssecretaris De Vries. Een vergadering van de Kamer waar de parlementariërs met geslepen messen naartoe gingen, werd op een laat moment afgelast. Vanaf dat moment was De Vries de regie over de frequenties kwijt aan haar collega Van der Ploeg.
Hiermee was een veiling van de baan, maar de econoom Van der Ploeg – hartstochtelijk voorstander van een veiling – wilde, dan toch in elk geval dat de stations flink voor hun vergunning zouden betalen. Hij wilde dat de rijke stations volgend jaar niet nog rijker zouden zijn ten opzichte van nieuwkomers, die nu minstens een jaar moeten wachten.
Van der Ploeg wilde dat de zenders een deel van hun winst zouden afstaan. Dit is, op veilen na, economisch gezien de meest efficiënte methode om de frequenties te verdelen.
Met het afhaken van VVD-staatssecretaris De Vries echter, kwam het verzet nu uit onverwachte hoek. In het kabinet bleek vooral dat VVD-minister Jorritsma van Economische Zaken deze winstbelasting niet zag zitten.
Noodgedwongen kiest het kabinet nu voor een tussenoplossing. De stations blijven zitten waar ze zitten en betalen vijftien miljoen euro voor het komend jaar.
Opnieuw is hierbij onduidelijk wat de invloed van de radio-lobby is geweest. Het inhuren van VVD-prominent Robin Linschoten om namens de stations het woord te voeren, zal hun zaak geen kwaad hebben gedaan.