"Radio leeft en floreert. Het medium heeft de afgelopen jaren bewezen dat het zich als geen ander kan aanpassen aan de nieuwe tijd." Dat zegt Huub Wijfjes, hoogleraar en docent aan de opleiding Journalistiek van de Rijksuniversiteit Groningen, vandaag in Trouw. "We luisteren nog altijd 22 procent van de tijd die we aan media besteden naar de radio. En de luistercijfers zijn stijgend."
Volgens Wijfjes is het een groot misverstand dat nieuwe media het einde van de oude betekenen. Toch is radio al meerdere keren opgegeven. Met de komst van de televisie dacht men dat het doodvonnis was getekend. Waarom naar een radio luisteren als je er via de televisie beelden bij krijgt?
Toen de radio dat overleefde, dachten de mensen dat internet wel zou zorgen voor de fatale klap. "Mensen staren zich altijd blind op technologie. Maar mediagebruik is vooral iets sociaal-cultureels. En radio heeft die componenten als geen ander. We luisteren op basis van onze levensstijl of muzieksmaak naar een station. De programma's worden aan elkaar gepraat door wervelende presentatoren die veel interactie met hun luisteraars hebben."
Vandaag wordt in Hilversum het boek 'Een eeuw van beeld en geluid' gepresenteerd. Wijfjes schreef eraan mee.