radio- en tvpakket, waaronder ook de digitale pakketten. Door het voorstel zouden aanbieders hun pakketten niet langer kunnen wijzigen zonder instemming van de kijkers en luisteraars, met wie zij een contract afgesloten hebben. De programmaraden sluiten daarmee aan op de wens van een meerderheid van de Tweede Kamer. Die nam een motie aan van Joop Atsma (CDA) en Arie Slob (Christen Unie), die ervoor pleit de invloed van de consumenten via programmaraden te verstevigen en uit te breiden. Uit onderzoek van TNS NIPO blijkt bovendien dat 80 procent van de kijkers en luisteraars vindt dat consumenten zelf iets te zeggen moeten hebben over hun radio- en tvpakket.
Voorzitter Marco Swart van van de gezamelijke programmaraden overhandigt het voorstel vandaag tijdens Media Distribution Day in Den Haag. "Over de doorgifte van veel zenders is geen onenigheid tussen consumenten en aanbieders", zegt Swart. "Maar voor een aantal zenders zou dat anders kunnen liggen. De kabelexploitant kan bijvoorbeeld geld verdienen met een verkoopzender, waar veel klanten niet op zitten te wachten. Of sommige klanten willen een zender die de aanbieder niet in zijn pakket vindt passen. Bovendien zijn klanten niet overal hetzelfde. Mensen aan de Duitse grens hebben vaak meer behoefte aan Duitse zenders dan kijkers in andere delen van het land. Daarom is het goed dat die klanten ook wat te zeggen hebben over de samenstelling van het pakket."
Programmaraden zien in hun plan een belangrijke rol voor een jaarlijks (verplicht) regionaal onderzoek naar kijk- en luisterbehoeften. Met dat onderzoek als basis onderzoekt de exploitant de door hem gewenste wijzigingen. Over die wijzigingen overlegt hij vervolgens met zijn klanten. Om dat pakket te zien hebben ze een overeenkomst gesloten met de exploitant. "Helaas is het onmogelijk om met alle klanten rond de tafel te gaan zitten. Daarom is een klanten-vertegenwoordiging gewenst. Die praat met de kabelexploitant en als ze het eens worden, wordt het zenderpakket aangepast. Als ze het niet eens worden kunnen ze elk één tot twee verandering aangeven die de andere partij niet kan weigeren. Op die manier hebben aanbieders en klanten evenveel invloed op het pakket", staat in het voorstel.
"Die gedeelde invloed is belangrijk", zegt Swart. "De ervaring van programmaraden is dat de belangen van exploitanten en klanten lang niet altijd parallel lopen. Er zijn ook talloze voorbeelden van kabelexploitanten die geliefde zenders uit het analoge pakket verwijderen. En van programmaraden die door hun adviezen dergelijke zenders voor het brede publiek weten te behouden. Kortom, programmaraden menen dat de tijd niet rijp is om (kabel)exploitanten het alleen voor het zeggen te geven."
Ook willen de programmaradan dat de invloed van consumenten op digitale pakketten en nieuwe aanbieders zoals KPN uitgebreid moet worden. In die pakketten stelt de exploitant nu eenzijdig het aanbod van zenders vast. Het verdwijnen van zenders als AT5 bij Digitenne en Family 7 uit het digitale kabelpakket leidde al tot ophef. En dat zal in de toekomst vaker voorkomen, want het aanbod van zenders groeit immers harder dan de (digitale) capaciteit van de netten, stellen de raden. "De meest ideale situatie is natuurlijk dat consumenten zelf het pakket met hun eigen zenders kunnen inkopen. Zover is het echter nog niet en voorlopig zullen er dus vastgestelde pakketten worden aangeboden. Daarmee ligt het meer voor de hand om de invloed van consumenten op de samenstelling van pakketten te vergroten dan om deze af te schaffen", meent de voorzitter van de gezamelijke programmaraden.
Dit nieuwe systeem van overleg is bedoeld voor de samenstelling van tv- en radiopakketten die door veel mensen worden afgenomen, bijvoorbeeld door 30 procent of meer van de huishoudens in het gebied van een bepaalde aanbieder. En dan maakt het niet uit op welke manier dat pakket in de huiskamer komt: via gewone kabel, via digitale decoders of via bijvoorbeeld internet.