Het is erbarmelijk gesteld met het gebruik van de Nederlandse taal, zowel bij jongeren als bij volwassenen. Dat zegt de beëdigd vertaler John Wessel in de Telegraaf. Dit komt volgens hem mede door radio- en televisiepresentatoren. Oftewel, diegenen die op dit gebied een voorbeeldfunctie zouden moeten vervullen. Talloze nieuwslezers wensen ons “een hele prettige avond”, weermannen en -vrouwen spreken van “af en toe een regenbuitje wat afgewisseld wordt door hele zonnige perioden”.
Aan de spelletjes- en quizzenpresentatoren en -presentatrices die spreken van “een hele grote hoofdprijs” ga ik voorbij, want of daar nu een voorbeeldfunctie van zou moeten uitgaan? En dan nog de Anglo-Amerikaanse ziekte, die onze taal teistert, waardoor onze kinderen geen kinderen meer zijn maar ‘kids’, onze winkels geen uitverkopen meer houden maar ‘sales’ en leiders van ondernemingen geen directeuren meer zijn, maar ‘managers’, die geen vertegenwoordigers meer zoeken, maar ‘sales representatives’.