Nozema vindt dat de band die de zenderbouwer heeft met de overheid, juist voor belemmering van de de ontwikkeling van het bedrijf zorgt. Daarmee reageert Nozema op concurrent Broadcast Partners die zegt dat Nozema als staatsbedrijf een voordeelpositie heeft.
Nozema is nog altijd voor het overgrote deel in handen van de staat. Toch eist de overheid dat de zenderoperators werken in een competitieve markt, waarbij ze onder dezelfde voorwaarden met elkaar concurreren. Nozema ziet belemeringen voor zichzelf doordat ze een staatsbedrijf zijn. “Het is de overheid die dit onmogelijk maakt met ingewikkelde regels en voorschriften, vind de zenderbouwer. Sterker: de overheid heeft zichzelf verstrengeld in verschillende belangen die het voor de zenderoperators onmogelijk maken om eerlijk met elkaar te concurreren. Nozema kan begrijpen dat het feit dat de overheid nog steeds grootaandeelhouder is, een reden is om aan belangenverstrengeling te denken. Daarom zit het bedrijf ook in een moeilijke positie. Maar de vraag is of Nozema op de langere termijn onder de huidige condities deze concurrentiestrijd kan blijven volhouden. Als Nozema niet dezelfde status krijgt als haar concurrent Broadcast Partners, dan blijft Nozema afhankelijk van een overheid met zijn verschillende, tegenstrijdige belangen. Dit gaat ten koste van de slagvaardigheid”, zegt Nozema op haar website.
Broadcast Partners heeft zelfs een voorsprong, zegt Nozema. De commerciele zenderbouwer heeft een contract met Nozema afgesloten waarin staat dat zenderoperators voortaan vrij gebruik moeten kunnen maken van elkaars opstelpunten, masten en zelfs antennesystemen. Op deze manier heeft de concurrent alle mogelijkheden gekregen om vrij te kunnen concurreren. “Nu Nozema zelf nog. Want Nozema heeft veel meer last van allerlei restricties dan haar enige concurrent. Die kan vrij kiezen welke elementen zij zal gebruiken uit de infrastructuur die Nozema in de afgelopen decennia heeft opgebouwd. Zo kan Broadcast Partners profiteren van het werk van Nozema. Van een eerlijke concurrentie kan zo dan ook geen sprake zijn”, aldus Nozema.
Nozema kan de reacties van Broadcast Partners dan ook niet begrijpen. “Merkwaardig genoeg schreeuwt Broadcast Partners nog altijd moord en brand over een zogenaamde ‘bevoorrechte’ positie van Nozema. Ten onrechte suggereert Broadcast Partners dat Nozema de publieke omroepen als klant heeft omdat het een staatsbedrijf is. De publieke omroepen zijn – net als de commerciële partijen – vrij om een zenderoperator te kiezen.” Wel is er sprake van langlopende contracten, als gevolg van het feit dat het opzetten van een netwerk enorme investeringen met zich meebrengt. Op dit moment tekenen de commerciële omroepen nieuwe contracten met de zenderexploitanten en in 2004 lopen de contracten met de publieke omroepen af.
Nozema zoekt de oplossing bij de overheid: “De overheid moet haar belangen zo snel mogelijk ontstrengelen en het uitzenden van radio en televisie overlaten aan de markt. En niet één organisatie aan het lijntje houden, terwijl de concurrenten (ether, kabel, satelliet en internet) zelfstandig en ongehinderd hun mogelijkheden kunnen vergroten. Hopelijk maakt het nieuwe kabinet af waar Paars II aan begonnen is: de verzelfstandiging van Nozema. Erg veel moeite kost dit niet. De wet hoeft alleen te worden doorgestuurd naar de koningin: het laatste stapje op de weg die is ingeslagen door het vorige parlement”, aldus Nozema.