Regionale omroepen kunnen na wijziging van de Mediawet niet meer de dupe worden van bezuinigingen door het Rijk. Provincies garanderen niet alleen dat de budgetten van regionale omroepen de komende jaren op het huidige niveau blijven, maar ook dat de inflatie wordt gecompenseerd. Dat stelde gedeputeerde H. van Waveren gisteren als afgevaardigde van het Interprovinciaal Overleg (IPO) in een bijeenkomst van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van de Tweede Kamer.
De commissie sprak met vertegenwoordigers van regionale en lokale omroepen, gemeenten, provincies en de journalistenvakbond NVJ onder meer over het voornemen de financiering van regionale omroepen te decentraliseren naar de provincies. Van de uitgenodigden twijfelde alleen de NVJ over de manier waarop de Mediawet hiervoor moet worden gewijzigd. “Is de onafhankelijkheid van de omroepen wel voldoende gegarandeerd?”, vroeg NVJ-secretaris T. Bruning. Wat hem betreft wordt het wetsvoorstel aangescherpt, zodat de provincies rijksgelden rechtstreeks doorsluizen naar de omroepen, zonder de mogelijkheid daar eventueel voorwaarden aan te stellen. Bruning kreeg bijval van het CDA-Kamerlid J. Atsma. “We krijgen signalen uit de regio dat provincies zich te veel willen bemoeien met regionale omroepen.”
Volgens Van Waveren is die vrees ongegrond. Hij stelde dat het in de regionale journalistiek niet anders werkt dan in de landelijke: zodra de overheid zich ergens mee dreigt te bemoeien, staan de media op de achterste benen. Naar zijn mening insinueerde Bruning dat provincies de onafhankelijkheid van regionale omroepen aantasten, zonder dat hij daarvan voorbeelden kon geven. Toen hij daarop aangaf dat provincies bovenop de basisfinanciering wel programmas van regionale omroepen kunnen co-financieren, reageerde M. van Dam (PvdA) verontrust. “Ik hoor u nu zeggen dat provincies zendtijd inkopen bij regionale omroepen. Wat betekent dat voor de onafhankelijkheid?”
Directeur G. Bielderman van Omroep Brabant, vertegenwoordiger van de landelijke koepelorganisatie van regionale omroepen ROOS, diende hem van repliek. “Dat is helemaal niet zo verwonderlijk. Er zijn boeken vol richtlijnen en protocollen. Zon co-financiering wordt altijd getoetst door het Commissariaat van de Media.” De wijziging van de Mediawet kan niet snel genoeg plaatsvinden, benadrukten de meeste van de uitgenodigde partijen. Anders dan de afgelopen jaren het geval was, hebben regionale omroepen dan zekerheid over financiering op langere termijn. Van Waveren gaf aan dat zelfs een bezuiniging van het Rijk op gelden voor het provinciefonds daarin geen verandering brengt. De provincies garanderen minimaal het huidige subsidiebedrag.
Van Dam keek er van op. “Ik geloof niet dat ik eerder heb meegemaakt dat iedereen zo tevreden was over een wetsvoorstel.” (PZC)