De Nederlandse radio is vandaag precies tachtig jaar oud. Op 22 juli 1923 werd in Nederland een begin gemaakt met radiouitzendingen. Een dag voor het begin van de uitzending krijgt de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (NSF) uit Hilversum een zendvergunning. Op 22 juli begint de NSF met de ‘Hilversumsche draadlooze omroep, de HDO. Het station zendt regelmatig uit onder leiding van Willem Vogt. Het programma is enkel commercieel bedoeld om ook radiotoestellen te kunnen verkopen.
In het najaar van 1924 beginnen de protestanten een eigen omroep, de Nederlandsche Christelijke Radio Vereeniging. Het bestuur van de NCRV huurt voor 3000 gulden per jaar één avond zendtijd per week bij de NSF om godsdienstige uitzendingen te verzorgen. De katholieken kunnen dan ook niet achter blijven en zij richten de Katholieke Radio Omroep op. De KRO, overigens als enige geen vereniging maar een stichting, huurt de dinsdagavond van de HDO. In november 1925 beginnen de uitzendingen. Nog diezelfde maand volgen de socialisten met de Vereeniging Arbeiders Radio Amateurs, de VARA, die op zaterdagavond gaat uitzenden. De Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Protestantisme richt in 1926 de VPRO op, de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep. De vrijzinnigen zijn van begin af aan bescheiden in hun wensen; zij willen geen hele uitzendavond, maar alleen af en toe een religieus programma uitzenden.
De KRO en de NCRV laten een eigen zender bouwen in Huizen en zetten van daar uit hun programma’s voort. De zendtijd die vrij komt op de Hilversumse zender valt weer toe aan de HDO, die in 1928, na een fusie met een beginnende algemene omroep, een andere naam gaat voeren: de Algemeene Vereeniging Radio Omroep AVRO. Nederland heeft dan overigens al een derde station in de lucht. Een jaar daarvoor is de NV Philips begonnen met uitzendingen voor de ‘overzeesche gebiedsdelen’. De Philips Omroep Holland Indië (PHOHI) zendt uit op de korte golf en is de voorloper van de huidige Wereldomroep.
Op 9 maart 1941 worden de omroepen ontbonden. Ervoor in de plaats komt de Rijksradio Om-roep, later de Nederlandsche Omroep genoemd. De belangrijkste functies worden bezet door NSB’ers en Nazi’s. Personeel en bezittingen van de verenigingen worden overgenomen door de propagandazender. De nieuwe omroep wordt gefinancierd uit de luisterbijdragen, een systeem dat door de Duitsers is ingevoerd, al is de maatregel voor de oorlog al voorbereid door de laatste democratische Nederlandse regering. Iedere radiobezitter moet negen gulden per jaar betalen. De mensen luisteren echter liever naar Radio Oranje vanuit Engeland. In 1943 worden daarom alle radiotoestellen verbeurd verklaard en in beslag genomen.
Terwijl de omroepverenigingen ontbonden zijn en Nederland het moet doen met eerst een kwartier, en later een half uur Nederlandse radio per dag, borrelen in Londen weer de ideeën op voor één Nederlandse omroep. Door de bezetting is er een nieuw nationaal gevoel gekweekt waarvan men verwacht dat het na de oorlog zal blijven bestaan. Even lijkt de verzuiling zijn tijd gehad te hebben. Op 3 oktober 1944 begint Radio Herrijzend Nederland, ‘de zender op vrije vaderlandse grond’ met het uitzenden van programma’s vanuit het inmiddels al bevrijde Eindhoven. De zender is, nog tijdens de bezetting in het geheim gebouwd door Philips. Het is weer de inderhaast overgevlogen Van den Broek die de leiding krijgt. Als Nederland helemaal bevrijd is wordt de Stichting Radio Nederland in Overgangstijd opgericht, die de uitzendingen van Radio Herrijzend Nederland over moet gaan nemen. In deze stichting moeten de Londense ideeën voor één nationale omroep worden gerealiseerd.
Binnen Radio Nederland in Overgangstijd, waarin ook de vertegenwoordigers van de oude omroepen zitting hebben, ontstaat echter al snel een heftige strijd. De omroepen sturen aan op herstel van de situatie van voor de oorlog. Na veel soebatten en een regeringswisseling waarbij de behoudende KVP meer invloed krijgt, geeft de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (die de omroep overneemt van de minister van Waterstaat) in 1947 dan ook de verantwoordelijkheid voor de uitzendingen aan de omroeporganisaties terug. De regering stelt één voorwaarde: de omroepen moeten gaan samenwerken.
Tot 1987 is er alleen maar piraterij mogelijk voor commerciële omroepen. Dan maakt de overheid daar een einde aan. Veronica en anderen moeten stoppen. Maar in 1987 komt de satteliet. Vanuit een ander land kon dus een signaal naar Nederlandse kabelnetten gestuurd worden. Dat doen Cable One en Radio 10 dan ook. Vanuit andere Europese landen, waar commerciële radio niet verboden is, starten ze een radiozender op de kabel. Hierna volgde ook Sky Radio.
De commerciëlen rukten snel op en de overheid moest zwichten. Het verbod op commerciële radio werd dan ook opgeheven. Stations als Radio 538, Radio Noordzee Nationaal en Classic FM startten allemaal in deze periode. Later kwamen er ook andere zenders zoals Kink FM, New Dance Radio, Holland FM en Veronica (FM).
Volgens de overheid waren er geen FM-frequenties beschikbaar. Maar onder druk begint de overheid in 1994 toch met experimenteren in de ether. Sky Radio, RTL Radio en Radio 10 krijgen wat kleine frequenties toegewezen. Uiteindelijk komt er ook een verdeling van de restfrequenties door middel van een vergelijkende toets in 1993. Radio 538 en Sky Radio vallen echter buiten de boot, Beide zenders laten het er niet bij zitten en stappen naar de rechter. Dat had succes. De stations krijgen de 103.0 FM en 100.7 FM toegekend. Hierna gaat het snel. En in 2003 is dan uiteindelijk de definitieve etherverdeling. (RadioFreak / Publieke Omroep)