De NCRV heeft gemengde gevoelens over de toekomst van de NCRV en de publieke omroepen. Dat zegt de omroep in reactie op de omroepplannen van het kabinet. De economische haalbaarheid van de plannen baart de NCRV grote zorgen. De reclame-inkomsten vertonen al een neergaande lijn en deze zullen niet worden gecompenseerd om programmas te blijven maken. Ook zullen inkomsten wegvallen door het vrijgeven van de programmagegevens. Deze zaak is tot aan de hoogste instantie voorgelegd en deze wettelijke ingreep is onverstandig en onterecht. De NCRV is bovendien zeer kritisch ten aanzien van de exorbitante verhoging van het lidmaatschap van 5,72 euro tot 24 euro per jaar, een verhoging van 400 procent.
De NCRV is positief over de erkenning die licentiehouders krijgen als de exclusieve bespelers van functie 2 (opinie en maatschappelijk debat). Echter, na 2008 zal een nog grotere rol zijn weggelegd voor de Raad van Bestuur. De omroepen worden hierdoor bestuurlijk op grote achterstand gezet ten opzichte van de Raad. Deze beslist immers over de programmavoorstellen, de budgettering, de uitzendtijdstippen en de plaatsing op de zenders. De NCRV heeft zorgen over de wijze waarop de Raad dit zal invullen en of het zal leiden tot een efficiënte en succesvolle bestuurlijke organisatie. Zeker nu de omroepen, meer dan voorheen, hun programmas in concurrentie dienen aan te bieden en in functie 3 (educatie, kunst en cultuur) ook externe producenten mogen aanbieden. Deze nieuwe werkwijze en de dalende inkomsten zullen ook gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, zowel bij de NCRV als de overige omroepen.
De NCRV wil zich de komende jaren meer gaan profileren als een maatschappelijke, protestants-christelijke organisatie. Zij is dan ook positief over de mogelijkheden die zij krijgt om te ondernemen. De voorwaarden en mogelijkheden om dit ondernemerschap in te vullen, zowel binnen als buiten het publieke bestel, zijn volstrekt niet duidelijk.