De luistercijfers uit het vernieuwde luisteronderzoek is fors korter geworden ten opzichte van het oude luisteronderzoek. Zo bedroeg de luistertijd in december-januari nog gemiddeld 2 uur en 36 minuten, maar in de eerste drie weken van januari was de luistertijd 1 uur en 13 minuten per dag. Dat is een verschil van 1 uur en 23 minuten.
Die verschillen lijken alles te maken te hebben met de manier van meten zoals dat nu in het onderzoek gedaan wordt. In de oude opzet vulden respondenten achteraf een dagboekje in, per kwartier, en nu wordt per minuut een meeting gedaan met de smartphone.
“De definitie van radio luisteren verandert”, zegt Frans Kok, directeur van het Nationaal Luister Onderzoek (NLO). “Van geluisterd volgens de respondent naar technisch hoorbaar voor de meter.” Hier speelt ook het geheugeneffect mee. Dat wil zeggen: wat respondenten denken geluisterd te hebben en wat het werkelijk was.
Globaal beeld
Het globale beeld van de cijfers van het nieuwe onderzoek zijn:
- Veel meer schommelingen in de luistercijfers;
- Bereik per dag vrijwel gelijk;
- Bereik per week: hoger;
- Aantal luistersessies: meer;
- Gemiddelde luistertijd per sessie: lager;
- Gemiddelde luistertijd: lager (minuutdata i.p.v. kwartierdata).
De nieuwe, passieve meting van het luistergedrag levert dan ook andere cijfers op. “Hoewel het nieuwe luisteronderzoek andere cijfers rapporteert, is het belangrijk om te benadrukken dat het luistergedrag van consumenten natuurlijk niet daadwerkelijk is veranderd. Het luistergedrag wordt alleen anders gemeten”, zegt Kok.
In het oude onderzoek zat bovendien een categorie met ‘overige zenders’. Deze categorie konden mensen aangeven in het dagboekje. Nu wordt er alleen gemeten met de 87 zenders die deelnemen aan het onderzoek.
Fijnmaziger meten
Voor de nieuwe opzet wordt gebruik gemaakt van de app MediaCell+ van Ipsos. Deze meet iedere minuut en kan daardoor ook op dat niveau rapporteren. Frans Kok: “De methode is elektronisch en passief. Daardoor kunnen we veel fijnmaziger meten. We gaan van kwartieren naar minuten. Er is inzicht in de afzonderlijke dagen. De app kan ook tv en internet meten.”
De app werkt door middel van ‘audio matching’. Op een shazem-achtige manier wordt het audiosignaal vergeleken met het referentiesignaal. Op deze manier kan bepaald worden waar de respondent naar luistert. Voor de opname wordt de microfoon van de telefoon gebruikt.
Om ook een ‘sample’ te kunnen maken als iemand met een koptelefoon luistert, wordt gebruik gemaakt van RealityMine, dit zit ook in de app verwerkt. Alleen als met een koptelefoon geluisterd wordt die niet verbonden is aan de telefoon kan er geen meeting gedaan worden. Ipsos probeert dit probleem nog op te lossen.
Signaal
Om te bepalen naar welk signaal (FM, DAB+, online) iemand luistert, vindt er zogenaamde encoding plaats. In ieder signaal wordt een stukje ‘code’ meegestuurd, waardoor bepaald kan worden welke soort distributie wordt gebruikt. Momenteel zijn achttien zenders voorzien van encoding, ze kunnen hier zelf voor kiezen en moeten daarvoor wel investeren zodat de encoding bij het signaal kan.