KPN kan zendbedrijf Nozema overnemen. De kartelwaakhond NMa ziet geen grote problemen. De angst van politici en kabelmaatschappijen dat KPN een te grote machtspositie zou krijgen, deelt de NMa niet. Dit blijkt uit een vertrouwelijke brief van minister Zalm van financiën aan collega Brinkhorst van economisch zaken. Daarin staat ook dat de enige directe concurrent van zenderparkbeheerder Nozema, Broadcast Partners, Nozema eveneens wil overnemen.
Op dit moment heeft de staat nog 59 procent in handen van de aandelen Nozema, vooral bekend van de grote zendmasten verspreid over het land. Zalm wil dat belang verkopen. De NOS (40 procent) en de Wereldomroep (1) zijn de overige aandeelhouders van Nozema.
De NMa heeft Zalm gerapporteerd, zo blijkt uit de brief, dat er geen kartelproblemen ontstaan als KPN Nozema overneemt. De Tweede Kamer vreest hier wel voor omdat KPN met de overname van het zenderbedrijf ook bijna volledig eigenaar wordt van het draadloze digitale televisiesysteem Digitenne. KPN bezit al 40 procent van Digitenne en zou dan ook de 40 procent van Nozema erbij krijgen. KPN kan volgens de kabelaars binnenkort ook al tv verspreiden via internet, en met Digitenne erbij zou dat KPN te machtig maken op die markt. “Ik kan u verzekeren dat het NMa-rapport op geen enkele wijze ondersteuning biedt aan deze bezorgdheid,” schrijft Zalm aan Brinkhorst. Via internet tv kijken is vooral in landelijke gebieden voorlopig nog geen reële optie.
Opmerkelijk is verder dat Broadcast Partners in de race is voor de overname van Nozema. Zalm herinnert er in de brief aan dat EZ die mogelijkheid als onwenselijk heeft aangemerkt, om vervolgens aan die bezwaren voorbij te gaan. “Hoewel ik mij realiseer dat Broadcast Partners de (enige) directe concurrent is van Nozema, heb ik besloten om Broadcast Partners toe te laten tot de eerste fase van het verkoopproces.”
De kabelaars daarentegen vissen achter het net. Zalm: “Ten aanzien van de kabelmaatschappijen heb ik (vooralsnog) besloten om hen, op basis van vermeende mededingingsproblemen, niet toe te laten tot het verkoopproces.” Als Brinkhorst dat liever anders ziet, is hij echter alsnog bereid de kabelaars toe te laten. (Trouw)