Het kabinet kan de etherfrequenties onder commerciële radiozenders verdelen via een vergelijkende toets. Die uitspraak deed bestuursrechter Simons vandaag in Rotterdam. De rechter bepaalde vanmorgen dat de politiek gaat over het instrument waarmee de frequenties verdeeld worden. Wel sprak hij uit dat de verdeling sneller moet plaatsvinden. Hij legde het kabinet daarom op voor 1 januari 2003 een verdeling van etherfrequenties aan te kondigen zodat op 1 juni volgend jaar de commerciële zenders hun nieuwe plek in de ether kunnen innemen voor een periode van 8 jaar.
Eerder bepaalde de rechter dat de frequenties via een veiling moesten worden verdeeld. Maar minister Heinsbroek van Economische Zaken had bij de rechtbank om een herziening van deze uitspraak gevraagd.
Het kabinet wijzigde het Frequentiebesluit waardoor bestuursrechter Simons vanochtend moest constateren dat de feiten in vergelijking met zijn eerdere uitspraak waren veranderd. Over het verdelingsinstrument sprak hij zich daarom niet meer uit.
De rechtbank heeft verder bepaald dat de commerciële omroepen die nu al via de ether uitzenden, tot 1 juni 2003 van hun oude vergunningen gebruik mogen blijven maken. Zodra blijkt dat de termijn van 1 juni 2003 niet wordt gehaald, zal het kabinet alle andere direct bruikbare frequenties toch tijdelijk moeten verdelen.