In de rubriek ‘Hoe is het met?’ interviewen we dj’s die niet meer op de landelijke radio te horen zijn, maar dat voorheen wel waren. Deze week met: Roeland van Zeijst.
In 2000 begon Van Zeijst als nieuw talent in de nachtprogrammering van 3FM, met onder andere ‘Pyjama FM’, ‘Yorout’ en later het spraakmakende ‘RazendeRoeland’s Nachtbraaksel’. Daarnaast was hij vanaf het begin betrokken bij ‘Schiffers.fm’ op Radio 2. In 2002 ontwikkelde Van Zeijst voor Radio 2 het consumenten-mediaprogramma ‘Antenne 2’, dat hij drie jaar lang presenteerde. Later presenteerde Van Zeijst voor Radio 1 ‘AVRO Nachtdienst’ en viel hij in bij ‘AVRO 1opdeMiddag’. In juli 2006 stopte Van Zeijst met radiomaken.
Wat doe je nu?
“Ik werk bij de landelijke recherche aan opsporing en bestrijding van zware cybercrime. Dat werkveld is internationaal en heel boeiend. Ik sta nog met één been in radioland – ik heb er goede vrienden, radiomensen zijn hartstikke fijn. Producenten huren me weleens in als stem of om bij te dragen aan een nieuw project. Maar de meesten kennen me denk ik als mediajournalist. Ik heb net mijn 10-jarig jubileum gevierd bij Broadcast Magazine.”
Waarom ben je niet meer op de landelijke radio te horen?
“De directe aanleiding was een zendtijdruil tussen de AVRO en de TROS, vrij hilarisch als je bedenkt dat die nu zijn gefuseerd. Het was crisis bij de AVRO en het lukte niet om daar op een andere stek te landen. Daarnaast maakte ik, toen ik afscheid nam bij Radio 1 en 2, al vijftien jaar wekelijks meerdere radioprogramma’s. Mijn hele leven stond in het teken van de volgende uitzending. Ik wilde weleens voelen hoe het buiten die bubbel zou zijn.”
Wat was je leukste radiomoment?
“Vrijdag 8 december 2000 was de dag waarop ik mijn jongensdroom waarmaakte: een nachtprogramma op 3FM. Daar had ik jaren naartoe gewerkt, vanaf de ziekenomroep. Alles daarna was een cadeau. Ik mocht bizarre dingen doen op 3FM, een scherp randje toevoegen aan Radio 2 en serieuze journalistiek bedrijven op Radio 1. Een rechercheur kwam laatst met Antenne 2’s TV-tunes Top 42 op de proppen, had-ie in 2004 opgenomen! Als ik zo’n gelukte show hoor en me de impact ervan herinner word ik daar nóg blij van.”
Is er een kans dat we je weer landelijk gaan horen?
“Ja hoor, dat is ook al wel gebeurd. Radio blijft mijn eerste liefde, dus een mooie kans om elkaar te ontmoeten sla ik nooit af. Ik merk wel dat veel radiobazen lange tenen hebben. Ze onthouden uit mijn schrijfsels elk kritisch nootje, maar ze vergeten de complimenten. Daardoor denken ze niet zo snel aan mij als ze iemand zoeken. Geeft niks, zo werkt dat dus. En dat maakt het extra geinig om soms via de achterdeur even op zender te zijn.”
Naar welke dj en welk station luister je nu graag?
“Dat wisselt per moment. Belangrijk is dat het integer gemaakt wordt, met durf en liefde voor de luisteraar. Dat ontstijgt elk genre. Er zijn vervelende journalistieke programma’s en prachtige popshows – en omgekeerd. Trouwens, van écht slechte radio kan ik ook erg genieten. Die hoor je weinig. We hebben hooguit een overschot aan veilige middelmaat.”
Heeft de radio nog toekomst?
“Radio wordt elke dag leuker! Al die technologieën en platforms waarvan wordt gezegd dat ze radio de das om doen, versterken het medium juist. En dat komt door de mensen. Van techneut tot redacteur, van planner tot personality. Radiomensen zijn supercreatief met een minimalistisch medium. Radio zet de toon. Sneller dan twitter, intiemer dan een boek en beeldender dan tv. Heeft de radio nog toekomst? Joh, we zijn pas net begonnen.”