Ongeveer 30 procent van de lokale omroepen staat er financieel slecht voor. Dat constateert het Commissariaat voor de Media in zijn driejaarlijkse Evaluatie Bekostiging Lokale Omroepen. Het percentage is in de afgelopen vijf jaar ongeveer gelijk gebleven. Naarmate het verzorgingsgebied van de lokale omroep groter is, zijn gemiddeld genomen ook de financiële zorgen groter.
98 procent van de Nederlandse gemeenten betalen mee aan de lokale publieke omroep binnen hun gemeentegrenzen. Sinds 1 januari 2015 geldt hiervoor een richtbedrag van 1,14 euro per huishouden. Het Commissariaat voor de Media concludeert uit de gegevens die het van de lokale omroepen ontvangt, dat 79 procent van de gemeenten zich houdt aan dit bedrag. Voor 1 januari 2015 was het richtbedrag 1,30 euro per woonruimte. Dat haalt slechts 41 procent van de gemeenten.
Een toenemend aantal gemeenten maakt wel meerjarige afspraken met de lokale omroep, zodat de continuïteit van het niveau van de bekostiging gewaarborgd is.
Inkomsten uit andere bronnen zijn de afgelopen vijf jaar juist gedaald. Twee derde van de lokale omroepen wist in 2014 niet de helft van de begroting uit andere middelen te halen. Daarbij geldt gemiddeld genomen: hoe groter het verzorgingsgebied van de lokale omroep, hoe lager het percentage eigen inkomsten. Het Commissariaat signaleert dat voor de lokale omroepen hiermee de afhankelijkheid van de gemeentelijke bekostiging toeneemt, maar heeft voor de bekostiging nergens voorwaarden aangetroffen die raken aan de redactionele onafhankelijkheid.
In meer gemeenten is nu een lokale omroep. De dekkingsgraad van lokale omroepen in Nederland is tussen 2010 en 2015 gestegen van 89 procent naar 92 procent. Het percentage omroepen dat twee of meer gemeenten bedient, is eveneens licht gestegen van 19 procent in 2013 naar 21 procent in 2015.