Het advies dat de commissie Vergelijkende Toets over de verdeling van de commerciële etherfrequenties, is vandaag openbaar geworden. De commissie reageert in het stuk op de plannen van het kabinet voor de verdeling.
Het toetsplan zoals die door het kabinet is opgesteld, kan in grote lijnen gevolgd worden. De commissie adviseert de regering wel meer helderheid te bieden in de te hanteren criteria, de onderlinge weging van deze criteria en de normering van beoordeling.
Over het inhoudelijk eisen stellen aan de programmering adviseert de commissie om objectieve criteria te geven. Ook vindt de commissie dat het bedrijfsplantoets van betekenis moet blijven.
In de toets van het kabinet worden een plus (‘goed’) of een nul (‘voldoende’) gegeven aan markrpartijen. De commissie vindt dat er ook een min (‘onvoldoende’) gegeven kan worden. Een marktpartij die de nul krijgt, kan niet meer meedoen. Dit om het proces te versnellen
Bij het beoordelen van het het radiobedrijf dat een frequentie wil moet vooral de ‘financiële haalbaarheid’ doorslaggevend zijn volgens de commissie. Het moet dus duidelijk zijn of een station het financieel aankan om de programmering voort te zetten op de FM en de kosten van een frequentiepakket kan dragen. Ook moet dit onderzoek gedaan worden door onafhankelijke deskundigen.
Verder staat in het advies dat het mogelijk moet zijn om meerdere AM-kavels per bedrijf te hebben. Dit omdat de bedrijfsvoering op AM moeilijker is.
Ook dringt de commissie aan op een advies van de Nederlandse Mededinginsautoriteit omdat er vele belangen meespelen in het verdelen van de frequenties.
Sommige regels en beperkingen uit het toetsplan vindt de commissie ook overbodig of te scherp. Zo vindt ze het vreemd dat een marktpartij maar op 1 landelijke FM kavel mag bieden. “De commissie ziet dit als een onnodige beperking van de handelsvrijheid van de aanvrager”, zo staat te lezen in het advies. Het advies van de commissie is dan ook deze beperking op te heffen. Daarnaast vindt de commissie deze regel bij de aanbesteding van de niet-landelijke frequenties vreemd. Ze vindt dan ook dat het kabinet duidelijk moet motiveren waarom partijen niet op meerdere regionale paketten mogen bieden. Ook kunnen er enkele kavels overblijven na de verdeling. De commissie stelt voor deze in een volgende verdelingsronde alsnog toe te bedelen.
Ook moet er voor marktpartijen een mogelijkheid komen om vragen te stellen over de te volgen verdelingsprocedure, vindt de commissie. Aangezien de tijd tot aan de door de rechter vastgelegde datum van verdeling op 1 juni, moet het mogelijk zijn dat de pakketten die eigenlijk voor een bepaalde programmatische invulling bedoeld waren, alsnog voor algemeen gebruik verdeeld kunnen worden. Daarnaast moet het kabinet volgens de commissie rekening houden met een groot aantal aanvragen, zodat de verdeling op tijd kan plaatsvinden.
De commissie vindt dat bij de verdeling rekening moet worden gehouden met een pluriforme ether. Er moet dus verscheidenheid in radiostations zijn om te voorkomen dat er veel van het zelfde komt. Ook moet het marktpartijen ontmoedigt worden op strategische wijze een bod uit te brengen. Dit was echter in het voorstel van het kabinet al het geval.
Het kabinet en de Tweede Kamer moeten nog over het advies spreken.