Programmaraden mogen zelf beslissen hoe lang de looptijd is van hun advies voor het radiopakket. De Raad van State heeft de raden die in het UPC-gebied vallen in het gelijk gesteld. Kabelexploitant UPC bepaalde eenzijdig de looptijd op twee jaar vast te stellen. Het Commissariaat voor de Media stond dit toe. De Raad van State dus niet.
De Raad van State overwoog dat programmaraden tot taak hebben een plurifom advies te maken, rekening houdend met in de gemeenten levende behoeften. Dit betekent dat de programmaraad ook de periode moet aangeven waarover zijn advies actueel zal zijn, gelet op de pluriformiteit en representativiteit. Bovendien heeft de wetgever de regels voor de geldigheidsduur van de adviezen juist opgesteld om de transparantie van de adviezen en de rechtszekerheid van alle betrokkenen te waarborgen. Niet alleen die van de exploitanten, maar ook die van programma-aanbieders en consumenten.
Volgens Marieke Pette, directeur van de stichting landelijk steunpunt programmaraden, is de uitspraak van de Raad van State van groot belang. “kabelmaatschappijen mogen gelukkig belangrijke adviezen van programmaraden niet zomaar negeren. Programmaraden blijven zo in staat om snel in te spelen op de wensen van kijkers en luisteraars”
UPC voerde het Radio-advies 2006-2007 niet uit, maar verlengde het advies 2005-2006 met een jaar. De programmaraden vroegen het Commissariaat voor de Media daarop om UPC te verplichten toch het meest recente advies uit te voeren. Het Commissariaat stelde de programmaraden in het ongelijk omdat het meende dat er geen mediawettelijke grondslag was om op te treden. Hierna zijn de programmaraden een procedure gestart bij de Rechtbank Amsterdam en zijn daar in het gelijk gesteld. De Rechtbank oordeelde dat het niet de kabelexploitant is die de geldigheidsduur van een uitgebracht advies bepaalt. Het Commissariaat en UPC gingen tegen deze uitspraak in beroep. De Raad van State heeft de uitspraak nu bekrachtigd. [Kabelraden]