Op 1 januari 2023 start het vernieuwde luisteronderzoek. Vanaf dat moment wordt het luistergedrag van de Nederlandse bevolking gemeten aan de hand van een speciale app van onderzoeksbureau Ipsos. Daarmee gaat een lang gekoesterde wens van radiostations en adverteerders in vervulling om de luistercijfers te baseren op een elektronische, passieve meting. Nu verloopt de meting nog via dagboeken die respondenten in moeten vullen.
De metingen starten in januari en in februari zijn de eerste resultaten bekend. De metingen vinden plaats in het nieuwe Multimedia Panel. Dit panel bestaat uit meer dan 3.100 panelleden van 13 jaar en ouder. Bij de doelgroep 13-17-jarigen wordt de meting uitgevoerd aan de hand van een e-diary. De metingen onder 13-17-jarigen en onder 18+ worden gezamenlijk in één dataset geleverd.
De speciale app, de MediaCell+ app, van Ipsos registreert via de techniek van audiomatching welke zender ‘aan’ staat. Daarnaast kan via een onhoorbare code in het audiosignaal vastgesteld worden via welk platform wordt geluisterd, zoals via FM, DAB+ of internet. Ook kan de app al het voor mediaconsumptie relevante onlineverkeer op de smartphone meten.
Fijnmaziger
De luisterdata zijn door de nieuwe meetmethode veel uitgebreider en fijnmaziger. Daarnaast krijgt de markt veel sneller toegang tot de data. Luistercijfers worden vanaf volgend jaar op weekbasis ter beschikking gesteld, waar dat voorheen maandelijks was.
“Het algemene beeld is dat er meer dynamiek in de luistercijfers zit”, zegt Patricia Sonius, Directeur Onderzoek van het Nationaal Media Onderzoek (NMO). “Er worden binnen de nieuwe methode meer en kortere luistersessies gemeten dan bij de dagboekmethode. Dat is ook niet zo gek als je bedenkt dat radioluistergedrag niet altijd even bewust is. Bovendien kom je onderweg ook in aanraking met radio in bijvoorbeeld winkels of kantoorpanden. Het weekbereik van zenders ligt daarom in het nieuwe onderzoek hoger.”
De gemiddelde luistertijd per sessie is lager dan bij de dagboekmethode. Dit is volgens de onderzoekers van NMO onder meer toe te schrijven aan geheugeneffecten bij het invullen van het dagboek.
Overgangsperiode
Om de markt te helpen bij de overgang naar het nieuwe luisteronderzoek, wordt er een ’transitie-index’ gemaakt. Voor elke zender die ook in het huidige onderzoek wordt gemeten, toont deze index de verhouding tussen de oude en de nieuwe meetresultaten.
Frans Kok, directeur Nationaal Luister Onderzoek (NLO), zegt over de lancering: “Ik ben enorm trots op deze mijlpaal die audio nog steviger op de kaart zet. Veel waardering ook voor de radiomarkt die het lef heeft getoond om voor een transitie te kiezen die op zijn minst nogal disruptief kan worden genoemd.”