Bijna een derde van alle lokale omroepen in Nederland is met alleen de gemeentelijke subsidie financieel niet gezond. De gemeentelijke bekostiging van lokale omroepen is bij 28 procent van de omroepen niet toereikend, zo constateert het Commissariaat voor de Media (CvdM) in een eigen onderzoek.
Gemeenten betalen een bedrag per huishouden voor de lokale omroep in hun gemeente. 72 procent van de Nederlandse gemeenten houdt zich aan het richtbedrag van 1,28 euro per huishouden. Maar waarom een bepaalde gemeente meer of minder subsidie geeft dan gemiddeld, wordt volgens het CvdM vaak niet duidelijk. “In bijna een derde van de documenten mist een grondslag voor de bepaling van de hoogte van de bijdrage.”
Volgens het CvdM gaat het gebrek aan transparantie ten koste van de omroepen. “Media-instellingen zouden meer duidelijkheid en zekerheid hebben, wanneer gemeenten op een transparante en eenduidige wijze communiceren over de over de aard, hoogte en duur van de toegekende bijdrage.”
Financiering op de schop
Over de financiering van lokale omroepen wordt al langere tijd gesproken. Het stelsel van de lokale omroep en streekomroepen moet nodig op de schop, stelden de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor Cultuur in september vorig jaar. De wettelijke eis om uit te zenden op zowel radio, tv als internet moet volgens hen komen te vervallen en er moet meer geld naar de omroepen.
Lokale omroepen krijgen een normbedrag van 1,28 euro per huishouden. Voor een gemeente van ongeveer 100.000 inwoners komt dat neer op 57.000 euro per jaar. Maar niet elke gemeente houdt zich aan die richtlijn. Zo krijgt de lokale omroep van Enschede, ruim 158.000 inwoners, jaarlijks een subsidie van 100.000 euro. Dat is verhoudingsgewijs lager dan de lokale omroep van Utrecht, die met zo’n 350.000 inwoners een subsidie van 640.000 euro ontvangt.