Het publieke omroepbestel kan het beste maar op slot. Geen nieuwe omroepen erbij, zoals De Nieuwe Omroep. En geen afvallers, zoals BNN. Om dat mogelijk te maken, moet de overheid wel de eis loslaten dat omroepen minstens 300.000 leden moeten hebben om te mogen uitzenden.
Dat zegt NOS-voorzitter Gerrit Jan Wolffensperger. De grote publieke omroepen zoals VARA, NCRV en TROS hebben tot 2010 van de overheid toestemming uit te zenden. Aan de hand van de prestaties die de omroepen tot die tijd leveren en het aantal leden in 2005, wordt bekeken wie opnieuw toestemming krijgt uit te zenden.
Wolffensperger wil daarvan af omdat de publieke omroepen het de komende jaren moeilijker krijgen leden te behouden en te werven. Dat komt vooral omdat het monopolie van de omroepen op de programmagegevens binnenkort verdwijnt. Als gevolg daarvan komen er meer programmagidsen en zullen omroepen abonnees op de bladen verliezen. De meeste abonnees zijn tegelijk ook lid van de omroep. Tegelijk wil de NOS-voorzitter dat omroepen meer gaan samenwerken. Dat lukt alleen als de omroepen daar belang bij hebben, doordat ze elkaar niet meer hoeven te beconcurreren om zoveel mogelijk leden te werven.
Volgens Wolffensperger betekent zijn voorstel niet dat Nederland een staatsomroep krijgt, een soort BBC. “Dat is nu precies de link die je níet moet leggen. Binnen de publieke omroep in Nederland hebben we meerdere creatieve redactionele kernen, de omroepen. Die hebben hun eigen legitimatie, hun eigen toon, kleur en achterban. Er is geen enkele reden dat systeem overboord te gooien.”