De verdeling van frequentieruimte voor commerciële radio zoals die in 2003 heeft plaatsgevonden, heeft in voldoende mate aan de gestelde eisen voldaan. Dat concludeert het kabinet op basis van het evaluatieonderzoek Op de golven van Berenschot en Van Doorne. De overheid beoogde met de uitgifte van de frequenties onder andere verscheidenheid in het programma-aanbod (pluriformiteit) en in aanbieders (pluraliteit) te bereiken. Het toenmalige kabinet koos daarbij om de verdeling te laten plaats vinden door middel van een vergelijkende toets met een financieel bod.
Het evaluatieonderzoek concludeert dat met de verdeling meer ruimte is gekomen voor commerciële radiostations en daardoor meer keuzemogelijkheden voor de luisteraars. Voor de radiomarkt was het belangrijk dat na jarenlange onzekerheid er voor langere tijd vergunningen zijn verleend. Bovendien kwam er aanzienlijk meer ruimte en demografisch bereik voor commerciële radio. De onderzoekers benadrukken dat marktpartijen zelf verantwoordelijk zijn voor het gevaar van overbieding. Door het bod onderdeel te laten zijn van het bedrijfsplan moesten partijen onderbouwen dat zij het gedane financiële bod gestand konden doen. De onderzoekers zetten vraagtekens bij het nut van het toetsen van deze bedrijfsplannen. Het kabinet meent echter dat commerciële radiostations in staat moeten zijn zich te onderscheiden met een goed onderbouwd bedrijfsplan.
Het kabinet onderschrijft de constatering van de onderzoekers dat de waarde van de frequentie niet bepaald wordt door de frequentie zelf, zoals door sommige radioaanbieders werd gevreesd. Gebleken is dat luisteraars de stations, die op de frequenties de uitzendingen verzorgen, trouw zijn gebleven. Het evaluatierapport is voor het kabinet aanleiding een aantal maatregelen te nemen voor de frequentieruimte voor digitale radio (TDAB; Terrestial D igital Audio Broadcasting) die voor begin volgend jaar staat gepland. Vooral de aanbevelingen in relatie tot de elementen bedrijfsplan, financieel bod en handhaafbaarheid worden ter harte genomen. Dit alles om, door een transparante frequentieverdeling, een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van digitale radio.