Staatssecretaris Medy van der Laan komt binnen 4 weken met een kabinetsstandpunt over het Visitatierapport, dit weet Spreekbuis te melden. Ter voorbereiding hierop voert zij binnenkort gesprekken met de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van de Publieke Omroep. De bewindsvrouw wil nog voor het zomerreces met de Tweede Kamer in debat over het rapport.
Van der Laan had in een eerste reactie al laten weten dat zij de analyse van de Visitatiecommissie deelt. De aanbevelingen van Rinnooy Kan noemde ze cruciale verbeteringen. Voor de formulering van het officiële kabinetsstandpunt wil de staatssecretaris nu de betrokken partijen horen over hún visie op het rapport, aldus haar woordvoerder. Van der Laan is zo voortvarend aan de slag gegaan met het Visitatierapport, omdat zij er nog voor de zomer over in debat wil met de Vaste Kamercommissie. Dat biedt haar namelijk de mogelijkheid om zich direct na het zomerreces te storten op een eventuele wijziging van de Mediawet. Zon wetswijziging is bijvoorbeeld nodig als de aanbeveling van Rinnooy Kan wordt overgenomen om de omroepvoorzitters in de Raad van Toezicht te vervangen door onafhankelijke vertegenwoordigers uit de samenleving. Of dat gebeurt, is afhankelijk van de uitkomst van het kamerdebat, maar de staatssecretaris heeft al laten weten het niet uit te sluiten. Als alles volgens planning verloopt, zal het nog tot ongeveer september 2005 duren voordat zon wetswijziging daadwerkelijk zijn beslag krijgt. En dat is precies het moment waarop de nieuwe, vijfjarige erkenningsperiode voor de omroepinstellingen ingaat.
Van der Laan zal overigens al eerder, voor 1 januari 2005, een besluit nemen over de verlenging van de erkenningen van de huidige omroepen en de eventuele toelating van nieuwkomers. Ook in deze besluitvorming zal zij, behalve de ledenaantallen, het oordeel van de Visitatiecommissie betrekken.
De staatssecretaris heeft aangegeven als eerste te willen spreken met de Raad van Toezicht, aangezien dat de formele opdrachtgever is van de visitatie. Voorzitter Wim Meijer wil nog niet op het gesprek vooruit lopen, maar deelt wel het gevoel voor haast met de bewindsvrouw. Hij wil de aanbevelingen van de commissie voor de korte termijn snel nader bespreken in de Raad van Toezicht en met de Raad van Bestuur. We zullen daarbij niet alleen naar de aanbevelingen, maar ook naar de analyses uit het rapport kijken, zegt Meijer. Een belangrijke vraag vind ik namelijk een beetje onderbelicht gebleven. Rinnooy Kan zegt dat de externe pluriformiteit de kern van het bestel vormt. Hij zegt zelfs dat de omroepen zich nog wel wat scherper mogen profileren. Als je externe pluriformiteit belangrijk vindt, pleit je impliciet voor sterkere concurrentie. De vraag is dan natuurlijk hoe vanuit die situatie ook nog een betere samenwerking kan worden bereikt. En daar schiet de commissie wat tekort, vind ik. Want het is maar de vraag of een versterking van de centrale besturing, zoals Rinnooy Kan bepleit, leidt tot een betere samenwerking.
Meijer zet ook zijn vraagtekens bij de meest heikele aanbeveling uit het rapport: de vervanging van de omroepvoorzitters in de Raad van Toezicht. De omroepverenigingen worden in de hele discussie die zich nu afspeelt als boosdoener aangemerkt voor het feit dat het geheel niet goed functioneert. Dat vind ik onverdiend. In al die jaren dat ik nu met de voorzitters samenwerk, heb ik nog nooit een gebrek aan samenwerking geconstateerd. Natuurlijk kun je je afvragen of het logisch is dat omroepen toezicht op zichzelf houden. Maar om de huidige problemen op te lossen, zal meer moeten gebeuren dan de Raad van Toezicht anders inrichten.