Bij ongewijzigd financieringsbeleid van rijk en provincies ontstaan er grote tekorten bij de regionale omroepen aan het eind van dit jaar. Een kind kan berekenen dat het fout gaat, aldus directeur Rob Staal van RTV Drenthe. Bij deze omroep alleen al zou aan het eind van dit jaar een tekort van 160.000 euro ontstaan. De pas aangetreden directeur Gerard Schuiteman van de koepel van regionale omroepen ROOS ziet het als zijn hoofdtaak om eindelijk een goede basisfinanciering te regelen.
De dreigende structurele tekorten, waarmee vrijwel alle regionale zenders te maken krijgen aan het eind van dit jaar, kent verschillende oorzaken. De belangrijkste is dat de toegekende subsidies minder stijgen dan de kosten. De vaste lasten nemen door stijgende lonen (omroep CAOs) en pensioenpremies met gemiddeld zon zes procent toe, terwijl de uitgekeerde subsidies de afgelopen jaren met gemiddeld nog geen drie procent zijn gestegen. Dat de tekorten door dit verschil snel kunnen oplopen, blijkt uit de meerjarenbegroting van de RTV Drenthe, die eind december vorig jaar werd ingediend en waarmee de omroep ongewild in het nieuws kwam. In 2007 zou het tekort bij ongewijzigd beleid bij deze omroep al zijn opgelopen tot ruim een half miljoen euro. Relatief veel op een jaarbudget van 6,5 miljoen euro. Dit structurele probleem waar alle regionale omroepen mee te maken krijgen, heeft overigens niks te maken met de financiële malaise waarin de twee Zuid Hollandse regionale zenders verkeren, zoals het Radio 1 Journaal aanvankelijk berichtte. Bij RTV West en RTV Rijnmond zijn de oorzaken toe te schrijven aan mismanagement in het verleden en een verhoudingsgewijs te groot personeelsbestand. Bij de Drentse omroep is dat niet het geval. Deze verhoudingsgewijs kleine omroep loopt in de pas met de andere (kleine) regionale zenders.
De dreigende structurele tekorten worden ook veroorzaakt door verschillen in de indexeringspercentages, die de provincies op de jaarlijks uitgekeerde subsidies toepassen. Sinds de afschaffing van de omroepbijdrage in 2000 worden regionale omroepen voor een deel (60 procent) gefinancierd door de provincies en voor het andere deel (40 procent) rechtstreeks door het ministerie van OCW. Het rijk (het ministerie van financiën) stort jaarlijks een bedrag in het Provinciefonds, bestemd voor de regionale omroepen. Dat bedrag wordt jaarlijks door het ministerie geïndexeerd: dat was 8 procent in 2001 en is teruggelopen naar 2,35 procent dit jaar. Bij het uitkeren aan de omroepen passen de provincies echter lagere percentages toe. Dat is per provincie verschillend, maar de meeste provincies, waaronder Drenthe en Overijssel, passen op de uitgekeerde subsidies het indexpercentage toe waarmee ook de mediabegroting van het ministerie van OCW wordt geïndexeerd. Dat percentage is fors lager: in 2001 was dat 3,6 procent, in 2004 1,5 procent. RTV Oost is door dit verschil in indexering de afgelopen drie jaar 840 duizend euro misgelopen. Toen dit, medio november vorig jaar, bekend werd, verklaarde de betrokken gedeputeerde Kristen dat dit bedrag voor een deel gestoken was in de bestrijding van de MKZ-crisis. Wettelijk gezien staat het de provincie vrij om dat te doen. Maar bij velen schoot het in het verkeerde keelgat, want bij de (gedeeltelijke) overheveling van omroepgelden naar het Provinciefonds is indertijd met staatssecretaris Van der Ploeg afgesproken dat omroepgeld uit het Provinciefonds alléén voor de regionale omroepen gebruikt kan worden en nergens anders voor. RTV Oost ziet in deze handelswijze van de provincie een schending van deze afspraak.
Die afspraak met Van der Ploeg heeft niet geleid tot een heldere formulering in het wetsvoorstel dat de gehele overheveling van de omroepgelden voor de regionale omroepen naar de provincies moet regelen. In het wetsvoorstel is alleen de verplichting geformuleerd dat iedere provincie ten minste één regionale omroep in stand moet houden. Als ijkpunt wordt het jaar 2001 genomen, omdat de regeling toen is gemaakt. Het niveau en de omvang van de regionale omroepen in dat jaar dient als uitgangspunt van de basisfinanciering. Mede door de MKZ- kwestie in Overijssel en verdere onduidelijkheden over de wetstekst, is de gehele overheveling van de regionale omroepgelden van rijk naar provincie wederom uitgesteld. Voor een aantal omroepen kwam het uitstel dit keer als een onaangename verassing. Met name voor de grotere omroepen. De omvang van de uitkering die de provincies krijgen uit het Provinciefonds hangt af van het aantal inwoners. De kleinere krijgen minder uit het fonds dan de grotere. Ook de omroepgelden worden zo verdeeld. Als gevolg hiervan zou RTV Noord Holland (de grootste regionale omroep) zeven ton euro aan extra inkomsten ontvangen. Daarmee had de omroep rekening gehouden bij het opstellen van de begroting. RTV Noord Holland moet nu rigoureuze maatregelen nemen om de begroting op orde te krijgen.
De per 1 december aangetreden nieuwe directeur Gerard Schuiteman (36) van de koepel van regionale omroepen ROOS, ziet in het regelen van een stevige basisfinanciering voor de regionale omroepen vooralsnog zijn belangrijkste taak. Daarmee kunnen de omroepen de basistaken zoals vastgelegd in de Mediawet naar behoren uitvoeren en wordt voorkomen dat daar al een afhankelijkheid van de provincie ontstaat. Als dat goed geregeld is, hoeven de omroepen niet ieder jaar bij de provincie aan te kloppen voor extraatjes om rond te komen. Een goede basisfinanciering geeft ook minder spanning binnen de omroep en tussen de omroep en de provincie. Omdat voor elkaar te krijgen wil hij met het ministerie van OCW en het IPO (het Interprovinciaal Overleg) in vast overleg treden. Hij streeft ernaar dat de overheveling en de wettelijke regeling in 2005 zal zijn uitgevoerd.
bron: Spreekbuis