Staatssecretaris Van der Laan voelt zich overvallen door de discussie die is ontstaan over de legitimiteit van omroepen. Dat zei zij vandaag in het debat in de Tweede Kamer over haar mediabegroting.
In het huidige omroepbestel worden omroepen al dan niet toegelaten op basis van het ledental van een (potentiële) zendgemachtigde. De Kamer vindt dat achterhaald omdat in de huidige samenleving mensen minder snel lid worden van een vereniging, zoals laatst bij jongerenomroep BNN bleek. De Kamerleden zoeken naar een alternatief.
“De Kamer werpt nu deze vraag op”, liet Van der Laan tijdens het debat weten. “Het bestel breng ik niet ter sprake, dit is een recente discussie die is opgeworpen door de Kamer. Ook Publieke Omroep vindt de discussie blijkbaar gewenst. Prima, dan discussieer ik mee, maar ik wil eerst met de afzonderlijke omroepen spreken”, aldus de D66-bewindsvrouw.
Over het algemeen zijn de Kamerleden te spreken over de koers die Van der Laan is ingeslagen. Ze wil prestatiecontracten afsluiten met Publieke Omroep (PO) om zo makkelijker toetsbaar te maken of de omroepen presteren. Ook wenst ze meer Nederlands drama op tv, meer aandacht voor allochtonen en jongeren en meer vrouwelijke deskundigen in programma’s.
Daar konden de parlementariërs wel in meegaan. De bezuinigingen vormden wel een struikelblok. Volgens D66’er Bakker komen die vooral terecht bij de programmamakers en niet door te schrappen in het hoge aantal leidinggevenden en door efficiënter te werken. De Kamer heeft eveneens moeite met het besparen op de omroeporkesten, maar een PvdA-motie om die besparing uit te stellen kan niet rekenen op een meerderheid.