De in 1999 ingevoerde Flexwet heeft met name bij de publieke omroep veel arbeidsleed veroorzaakt. Of beter gezegd: de interpretatie van de wet. Want daar waar de Flexwet ook van toepassing is op bijvoorbeeld de metaal of om dichter bij huis te blijven de dagbladsector, spant de creativiteit van werkgevers op het Mediapark de kroon. En niet alleen in tijden van bezuiniging. Dat schrijft het vakblad De Journalist.
Een voorbeel is Hans Noortman (39). Hij werkte voor NCRV Radio. Omdat hij vóór de Flexwet in dienst trad gold voor hem een overgangsregeling en kon hij vierenhalf jaar achtereen blijven werken via flexibele contracten. Hij was in die periode redacteur voor diverse programmas. “Op een gegeven moment ging er een gerucht dat er een nieuwe wet op komst was. Voor ik me erin kon verdiepen was ik als een van de eersten aan de beurt. Ik vond het onrechtvaardig, vooral omdat ik door mijn ervaring breed inzetbaar ben. Bij de NCRV krijgen mensen nu standaard te horen dat ze na drie jaar weg moeten. Als reden wordt gegeven dat dit ‘van rechtswege’ moet. Als je doorvraagt wordt gesteld dat de omroep een zeer onstabiele bedrijfstak is omdat de politiek er bovenop zit, er een zender kan worden opgeheven etc. Ik heb meegemaakt dat redacties me daarna nog als freelancer wilden inhuren, maar dat hen dit werd verboden door de afdeling P&O omdat deze doodsbang is dat de uitvoerende instantie het als een dienstverband aanmerkt. Een vreemde uitwas hiervan is dat de NCRV soms geen mensen kon krijgen voor bepaalde programmas, terwijl bekwame redacteuren werkloos thuis zaten.”
Inmiddels werkt Noortman weer voor de NCRV als freelancer. Hij zegt ook begrip te hebben voor de behoefte aan flexibiliteit bij werkgevers. “Het komt voort uit de behoefte steeds de juiste mensen op de juiste plek te hebben. Maar dat kan ook anders worden bereikt. Je zou kunnen denken aan een pool van freelancers die worden ingezet voor kleine klussen met daarnaast veel vaste dienstverbanden.”
Het is een voorbeeld. Maar er zijn vele gevallen waarbij de Flexwet dient als vehikel om personele problemen het hoofd te bieden. In de vele (soms anonieme) voorbeelden komt steeds naar voren dat een groot aantal omroepen zijn redacteuren en verslaggevers als ‘onmisbaar’ voor het programma kwalificeert en hen belooft dat wanneer het programma ophoudt ze elders terecht kunnen. Soms gebeurt dit ook, maar vaker wordt het gegeven woord niet gehouden en wordt de overschrijdingsdatum -wanneer een flexibel contract moet worden omgezet in een vast contract – nauwlettend in de gaten gehouden, waarna onvermijdelijk stopzetting van de arbeidsrelatie volgt. Vooral jonge mensen blijken gevoelig voor termen als onmisbaar, maar bij degenen die er al ettelijke flexibele contracten op hebben zitten gaat de flexibiliteit opspelen, omdat het als gevolg heeft dat er nooit een hypotheek kan komen zonder garantstelling van pa en ma, het duidelijk is dat ze de eersten zijn die er uitvliegen bij een bezuinigingsronde en ze nooit oud zullen worden bij de omroep aangezien ze tegen hun veertigste na ettelijke flexcontracten te duur zijn geworden.