De leden van de KRO en de NCRV hebben ingestemd met de voorgenomen fusie van beide omroepbedrijven. Ook RKK en VKZ (IKON/ZvK) zullen zich, naar verwachting, aansluiten bij deze omroepcombinatie. Daarmee wordt het de grootste omroep binnen de publieke omroep. "De speerpunten zijn kwaliteitsjournalistiek, levensbeschouwing en human interest", laten de omroepen weten. Uiterlijk 1 januari 2014 willen de KRO en de NCRV daadwerkelijk gefuseerd zijn.
Beide omroepen blijven hun eigen merk voeren, al zullen er ook programma's met een gezamelijk merk komen. De nieuwe Raad van Toezicht zal in het najaar van 2013 de nieuwe driekoppige directie benoemen, bestaande uit een directievoorzitter, een mediadirecteur en een zakelijk directeur.
Door de fusie tussen KRO, NCRV, RKK en VKZ zullen er naar verwachting op termijn in totaal zo'n 100 banen verdwijnen. Bezuinigingen zullen worden gerealiseerd door verkleining van het management, samenvoeging van de ondersteunende afdelingen waardoor synergievoordeel wordt behaald, en besparingen op de huisvestingskosten, zodat de programmering zo min mogelijk geraakt wordt door de bezuinigingen. De fusieomroep zal in het huidige pand in Hilversum gevestigd blijven.
Directievoorzitter KRO, Koen Becking: "We zijn blij met de instemming van onze leden, dit is een belangrijke stap in de hervorming van de Publieke Omroep. We zijn altijd voorstander geweest van een vereenvoudigd en herkenbaar omroepbestel met minder bureaucratie en regelgeving. Uiteraard is de politiek aan zet om in de nieuwe Mediawet de noodzakelijke politieke kaders vast te leggen die fusies mogelijk maakt voordat sprake is van een onomkeerbaar besluit."
Algemeen directeur NCRV, Coen Abbenhuis: "Met deze fusie positioneren wij ons als het grootste mediabedrijf met een scherpe kwaliteitsfocus waarbij zowel het katholieke als het protestante gedachtegoed de verbindende schakel is. Natuurlijk doet het pijn dat er naar verwachting zo'n 100 banen zullen verdwijnen ten gevolge van de bezuinigingen op de Publieke Omroep. Dat is helaas onvermijdbaar en hoort bij het nemen van verantwoordelijkheid voor de hervorming van het publieke bestel".
