Wat staat de publieke omroep te wachten als VVD en CDA met de gedoogsteun van de PVV gaan regeren? De PVV is van de harde lijn en blijft er, als het aan de partij ligt, nauwelijks meer iets over van het bestel zoals we dat nu kennen, maar ook VVD en CDA willen fors ingrijpen. Daarbij wordt gedacht aan het schrappen van een tv-net, want dat zou 200 miljoen euro kunnen opleveren. CDA-Kamerlid Joop Atsma zegt in de Telegraaf dat er probleemloos 100 miljoen kan worden bezuinigd in Hilversum. "Daarvoor hoeft er niet eens een net te verdwijnen. Maar Hilversum zal moeten besparen, linksom of rechtsom. Daarbij denk ik de eerste plaats aan de overkoepelende NPO, waar volgens mij inmiddels meer dan 400 man werken."
De recente veranderingen op gebied van radio, waarbij populaire programma's van de ene zender naar de andere worden geschoven of helemaal komen te vervallen, schieten Atsma eveneens in het verkeerde keelgat. "Ik heb eerder al gezegd dat bij de tv de hele bestuurslaag van netmanagers eruit kan. Dat geldt ook voor de radio. Het is natuurlijk volstrekt belachelijk wat daar nu weer gebeurt."
Atsma: "Nog zoiets: omroepen mogen hun namen niet meer gebruiken in programmatitels. Die bemoeizucht is een verregaande vorm van inmenging, die de publieke omroep onwaardig is. Het bestel krijgt steeds meer trekken van een staatsomroep. Wij vinden juist dat omroepen zich meer moeten profileren en ik juich de komst van WNL en PowNed dan ook toe."
Uit een onderzoek van de Telegraaf, gehouden onder 544 mensen door BCO, blijkt dat de geënquêteerde een publieke omroep willen met maximaal twee tv-zenders, drie radiostations, geen reclame, een lagere bijdrage per huishouden en de mogelijkheid om de publieke omroep op te zeggen. Volgens de Telegraaf kost de publieke omroep nu 75 euro per jaar. Slechts 21 procent vindt het bestel dit bedrag waard. Bijna 30 procent zou echter liever niets betalen en slechts 3 procent zou er meer voor over hebben. Als het kijk- en luistergeld weer als een aparte bijdrage zou worden geheven (nu gebeurt dat via de belasting) zou er een 'weigermogelijkheid' moeten zijn, zo vindt de meerderheid. Wie niet betaalt, mag de publieke omroep niet ontvangen, zegt 70 procent van de geënquêteerden. Van de ondervraagden is 57 procent voor een reclamevrij bestel. Zo'n 35 procent wil de huidige mix van STER-inkomsten en belastinggeld in stand houden. Het verdwijnen van de STER-inkomsten kan zorgen voor een hogere bijdrage van de huishoudens.
Enerzijds vinden de geënquêteerden dat de programma's gevarieerd zijn en een grote waarde voor de maatschappij hebben, anderzijds is de helft wel van mening dat het bestel niet pluriform is en ook niet onafhankelijk van politiek en commercie. De vraag of de omroep vergelijkbaar is met publieke voorzieningen zoals dijken, wegen, defensie en veiligheid leidt tot verdeeldheid: 45 procent meent van wel, 48 procent zegt juist van niet.