Het ledencriterium voor publieke omroepen moet verdwijnen en in plaats daarvan moeten omroepen iedere vijf jaar door een visitatiecommissie worden beoordeeld. Dat staat in 'De tijd staat open', een advies voor een toekomstbestendige publieke omroep dat de Raad voor Cultuur vandaag aanbiedt aan media-staatssecretaris Sander Dekker.
De Raad schrijft ook dat de helft van het programmabudget voor buitenstaanders opengesteld moet worden. Hiermee kunnen programma’s worden gefinancierd die zowel de omroepverenigingen als externe partijen aanleveren aan de Nederlandse Publieke Omroep (NPO).
Hoofdredacteuren van de NPO "worden eindverantwoordelijk voor de inhoud van het complete aanbod op alle platforms. Een 'contract met de samenleving', waarin de publieke omroep na een brede consultatie onder publiek, experts en makers beschrijft wat hij gaat doen, vormt hiervoor de basis", laat de Raad weten. In dat contract worden ook de prioriteiten in de programmering genoemd, zoals bijvoorbeeld journalistiek, Nederlands drama & documentaire, kinderprogramma’s, kennis & cultuur en evenementen. Die prioriteiten kunnen na verloop van tijd overigens worden bijgesteld.
Bij de beoordeling van de omroepen, eens in de vijf jaar, worden Publieksbinding, kwaliteit en samenwerking met andere omroepen en organisaties bekeken. "Het blijft voor nieuwe organisaties mogelijk om toe te treden tot het omroepbestel. Maar dan moeten zij wel een toegevoegde waarde hebben en een aantoonbare band met specifieke publieksgroepen. Zo blijft er ruimte voor nieuwe geluiden en stromingen."
Een commissie onder leiding van Inge Brakman heeft dit advies voorbereid. De commissie bestond uit de leden Pieter Broertjes, Petra ter Doest, Wim van de Donk, Pauline Krikke, Hans Laroes, Inge Ligthart, Paul Rutten, Peter Schrurs, Wim Vanseveren en Mathieu Weggeman. De raad heeft de aanbevelingen van de commissie overgenomen in zijn advies. De staatssecretaris komt rond de zomer met een visie op de taken van de publieke omroep. Daarbij gebruikt hij het advies.
Het volledige advies is te downloaden op de website van de Raad voor Cultuur.